De term huidhonger doet in mij allerlei vreemde fantasieën opkomen. Zou het echt zo zijn dat alle mensen nu meer huidhonger krijgen? En wat betekent dat dan? Dat we straks, als de maatregelen opgeheven zijn, iedereen huiduitgehongerd in de armen vliegen?
Eerlijk gezegd moet ik er zelf niet aan denken. Dat ik naar buiten loop en de buurman mij huidhongerig in de armen springt. Of de kassière mij huidhongerig om de nek vliegt. Nee dank je wel. Een beetje afstand graag. De 1,5 afstand lijkt mij trouwens heel prettig i.v.m. ongewenste intimiteiten en opdringerig volk. Mijn vrienden bij wijze van begroeting niet omhelzen zoals ik dat gewend ben? Ja, dat is raar, want dat zijn we zo gewend. Via een omhelzing communiceerde ik dat ik blij was ze te zien, dat moet ik nu op een andere manier uiten. Bijzondere uitdaging, waar ik best wel naar uitkijk. Maar hoezo huidhonger?
Huidhonger verwijst naar baby’s die in de prilheid van het bestaan contact via aanraking van hun directe verzorgers nodig hebben als voeding voor het bestaan. Maar ik voel me geen baby meer en heb inmiddels geleerd om mij op veel verschillende manieren van contact te bedienen. De haptonomie heeft mij in deze ontwikkeling op een prachtige manier geholpen.
Ik voel wel dat de huidige maatregelen mij persoonlijk momenteel wat ‘contacthongerig’ maken. En wat mis ik dan precies, vraag ik mezelf af? Ik mis mijn kinderen. Ik kan niet bij ze op bezoek. Mijn kleinkinderen van zes jaar, vier jaar en twee baby’s. Ik zie ze op foto’s en video’s en dan doe ik toch een bijzondere ontdekking. Opeens weet ik wat ik mis: ik weet niet hoe ze voelen die kleintjes! De oudste twee heb ik veelvuldig vastgehouden, ik weet hoe zij voelen. Maar de jongste twee waren nog heel klein toen ik ze voor het laatst zag, en nu in een paar maanden flink gegroeid. Ik zou ze heel graag even willen vasthouden. Niet voor de huidhonger, maar wel; voelen hoe ze zijn en wie ze zijn. Haptonomisch gezien: de aanraking aan de huid depasseert het lichaam zodat we voelen wie de ander is. Als ik ze aanraak hoeft dat geen huid te zijn. Sterker nog: gelukkig zit er een luier tussen: laat mij maar door het materiaal heen voelen.
Wat ik ook mis? Lopen door Malaga (waar ik woon een deel van het jaar, en nu mijn lock-down beleef) met veel mensen op straat en op de terrasjes. Spelende kinderen. Het leven in de straten. Natuurlijk wil ik die niet aanraken, moet er niet aan denken, maar ik vind het fijn dat ze er zijn. Een beetje stuntelig wordt het straks als ik op een terrasje wil gaan zitten en in een geschuif kom van de anderhalve meter. Omslachtig maar overheen te komen. Wat ik mooi vind, merk ik hier in Spanje, is de intensivering van oogcontact naar elkaar: ‘het is niet persoonlijk bedoeld dat we met een boog om elkaar heen lopen’ zeggen we met onze ogen. Er zit ook bemoediging in: ‘we are in this together’. Bijzonder wat we elkaar kunnen zeggen op deze manieren.
Niet huidhongerig dus. Wel zin in het contact van alledag, soms een beetje dichterbij en soms een beetje verder af. En ja natuurlijk af en toe een hug na een goed gesprek met vrienden en onze fijne buren hier, het zal leuk zijn als dat weer kan.
Wat mis ik als therapeut? Aanraken als een direct middel om mensen te laten voelen wie ze zijn en hoe ze doen. Via aanraking kan een cliënt makkelijk voelen wat er anders kan en hoe hij of zij meer zichzelf kan worden. Aanraken is daardoor een therapievorm die een mens snel kan doen opknappen. En ook dat gaat weer over contact.
Hofje van Pauw: praktijk voor haptonomie
op 7 May 2020Nico Pronk
op 8 July 2020Hofje van Pauw: praktijk voor haptonomie
op 7 May 2020Vonny
op 24 May 2020